Praktijkenbank kwesties

 
 
issue
06

Professioneel handelen tussen integratie en transformatie

Integreren we mensen van diverse herkomst in bestaande systemen of passen we die systemen aan om plaats te maken voor nieuwe vormen van solidariteit in diversiteit?


Een integrerende aanpak volstaat niet altijd

Bestaand sociaal beleid op het vlak van wonen, werken, leren en vrije tijd volstaat niet altijd om solidariteit in diversiteit mogelijk te maken. Dit beleid is soms ontoereikend of niet aangepast aan de noden van een superdiverse groep. Professionals stellen dan vast dat ze hun superdiverse doelgroep niet langer kunnen (of willen) toeleiden naar dit beperkte aanbod. Ook besluiten zij niet verder voort te bouwen op dit aanbod. Ze ontwikkelen een alternatief.

Leeggoed en Solidair Wonen zijn twee woonprojecten die de gangbare praktijken van het huidige woonbeleid overstijgen. Etnisch culturele minderheden en personen met een beperkt inkomen vinden moeilijk toegang tot de bestaande woningmarkt. Op de private huurmarkt zijn er te weinig betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. Op de sociale huurmarkt zijn de wachtlijsten te lang. Beide knelpunten worden al jarenlang aangeklaagd maar er verandert beleidsmatig niets. Beroepskrachten realiseren zelf, al dan niet in nauwe samenwerking met mensen in woonnood, het recht op wonen. Ze ontwikkelen nieuwe, collectieve woonvormen.

Een gedeeld gevoel van eigenaarschap in een eigen, gedeelde woonst
Leeggoed is een solidair woonproject van negen bewoners, ondersteund door Jeugd en Stad (Jes), Samenlevingsopbouw Brussel (SLO) en de verenigingen Pigment en Bij Ons/Chez Nous. Leeggoed omvat een diverse bewonersgroep die zelf het recht op wonen realiseert. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er immers een nijpend tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. Tegelijk staan talrijke woningen leeg in afwachting van renovatiewerken door de overheid of door privé eigenaars.
Solidair samen wonen in Sint-Niklaas
Solidair wonen is een reactie op de hoge woonnood van kwetsbare groepen in Sint-Niklaas en hun moeizame toegang tot de reguliere huurmarkt. Drie welzijnsorganisaties blijven niet langer aan de alarmbellen trekken in afwachting van een antwoord van het beleid, maar gaan zelf aan de slag en realiseren het recht op wonen voor enkele van de meest kwetsbaren in hun stad. Ze creëren een nieuwe collectieve woonvorm en drukken zo de kostprijs voor de bewoners. Op die manier maken ze kwaliteitsvol wonen ook voor een aantal personen met een beperkt inkomen betaalbaar.

Op een ander beleidsvlak wordt de buurtmunt Torekes ingezet voor een aangenamere en nettere Rabot-Blaisantvestwijk te Gent.

De Torekes, een pasmunt voor buurtzorg
Sinds 2011 verdienen bewoners van Rabot-Blaisantvest in Gent Torekes in ruil voor hun inzet voor buurt, buren en milieuzorg. Met de steun van opbouwwerkers verwerven vooral kwetsbare bewoners deze complementaire munt. Hun Torekes gebruiken ze voor noodzakelijke inkopen bij plaatselijke handelaars.

De Torekes zijn een instrument waarmee een precaire groep bewoners ook een plaats krijgt in de wijk. Geconfronteerd met deze bewoners die zich actief inzetten in de wijk en daarmee Torekes verdienen, zien de initiatiefnemers zich genoodzaakt om enkele veronderstellingen van het project te herdenken. Zo treden armoedebestrijding en recht op inkomen nu naar voor als belangrijke thema’s. Daarenboven daagt de actieve inzet van het zogezegd ‘niet-activeerbare deel van onze bevolking’ ons arbeidsmarktbeleid grondig uit. Maar wat belangrijker is, is dat de munt signalen over de buurt blootlegt: over de oorzaken van de hoge werkloosheid en over de administratieve drempels waar nieuwkomers mee geconfronteerd worden. Professionals willen hier op focussen in plaats van op het ‘plaatsen van wat extra bloembakken om de wijk op te frissen’.


Transformeren is reflecteren over professioneel handelen

Professionals zetten nieuwe handelingsstrategieën in om plaats te maken voor nieuwe vormen van solidariteit in diversiteit. Ze dagen sociale verhoudingen en maatschappelijke structuren uit en creëren eigen praktijken. Zo'n radicale, alternatieve aanpak steunt op reflectie over het eigen professioneel handelen en de gevolgen daarvan.

Solidair Wonen in Sint-Niklaas botst met regelgevende kaders en kwaliteitsnormen die het collectief samen wonen bemoeilijken. Professionals zoeken naar mogelijkheden om deze kaders te versoepelen maar zijn er zich tegelijk van bewust dat de kwaliteitsregels een belangrijk middel zijn om wanpraktijken op de woningmarkt aan te pakken. Ze worden dan ook gedwongen om na te denken over de implicaties van hun acties. Zoals een professional verwoordde: “Ze wilden vermijden dat eengezinswoningen worden opgedeeld in meergezinswoningen. En eigenlijk wilden wij dat ook vermijden. Dus dan maken ze heel die procedure zwaar. Voor een van onze woningen hebben we dat toch gedaan. Maar dan plakt dat op dat huis. Dus als dat nadien verkocht wordt, dan kan er evengoed een huisjesmelker inkomen en die verhuurt al die dingen apart.”

Ook professionals en bewoners van het project Leeggoed denken na over de gevolgen van hun handelen. Ze expliciteren hoe ze zich verhouden tot de bestaande huisvestingsmarkt. Het creëren van alternatieve huisvesting brengt belangrijke vragen naar boven: kunnen we wel woningen ontwikkelen die niet volledig conform zijn met de wooncode als we al zo lang een strijd leveren voor degelijk wonen? Hoe ver reikt onze onderhandelingsmarge met de sociale huisvestingsmaatschappij? Voor wie creëren we een aanbod? Hoe selecteren we de groep bewoners? Wie wordt er bijgevolg uitgesloten?

De buurtmunt Torekes activeert diverse buurtbewoners om de publieke ruimte mee te onderhouden. Ook hier komen professionals voor ‘lastige’ vragen te staan over de plaats die de vrijwilligersvergoeding inneemt binnen het breder debat over waardig werk en recht op inkomen. Zoals een beleidsmedewerker het verwoordde: “Ik ga niet zeggen ‘mini-jobs’ maar plots krijg je mensen die daar iedere dag komen en zeggen ‘ik wil hier werken want dat is voor mij een aanvulling op mijn loon’. En dan denk ik dat we daar op moeten letten hé, een aantal mensen die vijf dagen in de week gaan werken, acht uren aan een stuk, dat is geen vrijwilligerswerk meer, dat is een arbeidscontract. Dus dat is zo een beetje mijn vrees, ‘wat zijn de grenzen van zo’n project’, een vrijwilliger mag niet van 8u tot 5u ’s avonds meedraaien in uw project, da’s geen vrijwilliger meer, da’s een collega aan het worden.”


Schipperen tussen integratie en transformatie

Bestaande kaders zijn soms diepgeworteld en maar traag open te breken. Dat vergt een langetermijnperspectief. Niettemin moeten professionals vaak op korte termijn op zoek naar alternatieve acties en die zo goed als mogelijk te integreren in de bestaande sociale en maatschappelijke structuren.

Heel wat bewoners van Solidair Wonen in Sint-Niklaas krijgen een sociale uitkering zoals een werkloosheidsvergoeding, een leefloon of een  invaliditeitsuitkering. De hoogte van dit inkomen wordt bepaald door het statuut van de bewoner. Het maakt een verschil of hij als ‘alleenstaande’ dan wel als ‘samenwonende’ aanzien wordt. Bewoners van Solidair Wonen worden snel als samenwonende gelabeld. Professionals gaan daarover onderhandelen met de betrokken diensten en bepleiten voor hun specifiek en alternatief project het statuut van alleenstaande. Ze zoeken de grenzen op van wat mogelijk is binnen de huidige structuur om hun project zo goed mogelijk vorm te geven.

Solidair samen wonen in Sint-Niklaas
De bewoners dreigen een stuk van hun uitkering te verliezen en het schaalvoordeel van de groepswoning dreigt zo weg te vallen. Daarover onderhandelen de initiatiefnemers van Solidair Wonen met bevoegde instanties als RVA, OCMW en mutualiteiten. Hun doel is om het inkomen van de bewoners te garanderen. Ze pleiten daarenboven voor een structurele plaats van hun solidaire woningen in het Vlaamse woonlandbeleid en -praktijk.

Hoewel sommige wijkbewoners de munt Torekes als een arbeidsloon beschouwen, hanteren de vormingswerkers consequent het woord ‘(vrijwilligers)vergoeding’. De Torekes zelf als loon beschouwen, doet immers afbreuk aan het recht op degelijk en voldoende betaald werk voor iedereen. Niettemin toont deze munt aan dat dit recht voor een groot deel van de wijk niet vervuld is, iets wat gezien de duidelijke werkbereidheid van sommige vrijwilligers, enkel kan aangepakt worden via een transformatie van deze arbeidsmarkt. Buurtwerkers gaan op zoek hoe ze vanuit een project dat ontstond vanuit een integrerende invalshoek toch een discussie over een radicaal andere arbeidsmarkt kunnen ontwikkelen.